2018-09 Het wordt, als het aan het kabinet ligt, vanaf volgend jaar moeilijker om een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA) te krijgen. De criteria om een WIA-uitkering in aanmerking te komen worden aangescherpt. Daardoor komen naar schatting 10% minder mensen dan nu in aanmerking voor de uitkering. Een wetsvoorstel is in de maak.
Er zijn 2 WIA-uitkeringen: de WGA-uitkering en de IVA-uitkering. Welke WIA-uitkering geldt, hangt af van de vraag hoeveel de werknemer nog kan werken. Als de werknemer door ziekte nog maar 65% of minder van het oude loon kan verdienen en de werknemer is 2 jaar ziek dan heeft hij misschien recht op een WIA-uitkering. De volgende situaties bepalen welke uitkering geldt:
- een WGA-uitkering als de werknemer minstens 35%, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt is.
- een WGA-uitkering als de werknemer minstens 80% arbeidsongeschikt is. Maar er moet wel een redelijke kans op herstel zijn. De werknemer is dus feitelijk tijdelijk arbeidsongeschikt.
- een IVA-uitkering als de werknemer minstens 80% arbeidsongeschikt is en er is weinig of geen kans op herstel.
De voorgestelde wijzigingen zien op mensen die nu nog een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben en die minstens één simpele functie kunnen doen, zoals werken in een callcenter of bij een fietsenstalling. Nu is het zo dat mensen arbeidsongeschikt kan worden verklaard als ze maar twee van de drie functies kunnen uitoefenen.
De nieuwe criteria gelden alleen voor nieuwe gevallen. Zoals aangegeven zijn er nu meerdere categorieën arbeidsongeschiktheid in de WIA: mensen kunnen voor 80% tot 100% worden afgekeurd, of voor 35% tot 80%. Dat moet straks 35% tot 99% worden. Daardoor vallen meer mensen in de groep gedeeltelijk arbeidsongeschikt (WGA) en zal hun uitkering dalen. Dit kan ook gevolgen hebben voor de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid van de pensioenpremie.