2018-33 Deze maand schreef ik op verzoek in PensioenJurisprudentie een korte aantekening bij het oordeel van Rechtbank Midden-Nederland (2 juli 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:2984). Een pensioenfonds liquideert en draagt de verplichtingen over aan een verzekeraar. Er is sprake van een verschil tussen de berekende definitieve koopsom en de offerten, veroorzaakt door verschil in (door pensioenfonds verwachte en verzekeraar gehanteerde) rekengrondslagen. De vraag is wat nu exact is afgesproken. Hierover bestaat naar oordeel van de rechtbank geen onduidelijkheid, het pensioenfonds/de adviseurs had/hadden (kort gezegd) duidelijker moeten zijn over wat de bedoeling was.
Uitleg
In de overeenkomst zijn enkele belangrijke rekengrondslagen niet expliciet opgenomen, maar van een leemte (art. 6:248 lid 2 BW) blijkt geen sprake. De verzekeraar rekent met bepaalde uitgangspunten. Door het pensioenfonds/de adviseurs is na ontvangst van offerte(n) een benaderingstoets uitgevoerd; de overdrachtskoopsom bleek naar verwachting. Later stelt het pensioenfonds dat de verzekeraar onjuiste grondslagen heeft gehanteerd, maar kan deze stelling niet voldoende onderbouwen. Indien de pensioenuitvoerder toepassing van bepaalde grondslagen had willen uitsluiten, had het op haar weg gelegen om hierover expliciet een bepaling in de overeenkomst op te nemen. Kort gezegd: het pensioenfonds/de adviseurs had/hadden beter moeten opletten. Of eerder moeten klagen.
Klachtplicht
Is sprake van een gebrek dan dient de schuldeiser ‘tijdig’ te protesteren (art. 6:89 BW). Wat ‘tijdig’ is hangt af van de omstandigheden van het geval (Asser/Lutjens 7-XI 2016/608). Op of kort na 17 december 2014 (offerte) dan wel op of kort na 17 maart 2015 (overeenkomst) had het pensioenfonds bekend kunnen zijn met het verschil. Eerst na een toelichting van de pensioenverzekeraar op 8 januari 2016 heeft het pensioenfonds geprotesteerd. De rechtbank acht dit hier te laat. Daarbij wegen de omstandigheden mee dat het verschil omvangrijk was, het verschil rechtstreeks van belang was voor de hoogte van de pensioenaanspraken en -rechten dat het fonds voor haar deelnemers zou kunnen inkopen en dat het fonds intensief is bijgestaan door adviseurs.