2017-27 We streven allemaal naar een transparanter en eenvoudiger pensioenstelsel. Soms lukt dat niet helemaal (of beter: helemaal niet). Een voorbeeld hiervan is de recent ingevoerde Wet verbeterde premieregeling. Tot 1 september 2016 was het in een beschikbare premieregeling verplicht om met het opgebouwde pensioenkapitaal op de pensioendatum in zijn geheel aan te wenden voor een vaste (dat wil zeggen gelijkblijvende) en levenslange pensioenuitkering. De eis dat de uitkering levenslang is blijft bestaan, maar met invoering van de nieuwe wet is het inmiddels ook mogelijk om op de pensioendatum het pensioenkapitaal geheel of gedeeltelijk om te zetten in een pensioenuitkering. Het deel van het pensioenkapitaal dat niet in een vaste uitkering wordt omgezet blijft dan nog staan en blijft in fondsen belegd. Dit noemen we doorbeleggen. Uit dit doorbelegde deel wordt dan ieder jaar vastgesteld wat voor het komende jaar de pensioenuitkering is. De uitkering wordt dan variabel in hoogte afhankelijk van het werkelijk behaalde resultaat op beleggingen, maar ook van wijzigingen in levensverwachting. Daarom heet dit ook een variabele uitkering.
Keuze werknemers
Hoewel dit pas speelt op en na de pensioendatum worden de relevante keuzen worden bij voorkeur gemaakt (ver) voor de pensioendatum. Voortaan is het namelijk mogelijk om tot (we noemen dat de opbouwfase) en na (we noemen dat de uitkeringsfase) de pensioendatum langer risicovoller door te beleggen. Er is hierdoor kans op een hoger pensioen, maar ook op een lager pensioen. De standaard blijft een vaste uitkering, maar de werknemer kan kiezen voor (het voorsorteren op) een variabele uitkering. Het is vanzelfsprekend dat de werknemer hierover grondig moet worden voorgelicht.
De werknemers krijgen de komende periode ook in de bestaande beschikbare premieregelingen in de meeste gevallen deze keuze en zullen zorgvuldig moeten worden voorgelicht over deze nieuwe keuzen. De keuze is relevant als het beleggingsprofiel van het voorsorteren op een variabele uitkering gaat afwijken van een vaste uitkering. In beginsel door de pensioenuitvoerder (deze dient op grond van de Wet Verbeterde premieregeling de financiële mogelijkheid en het risicoprofiel van de werknemer uit te vragen, rekening houdend met andere toekomstige inkomsten en uitgaven) en de werkgever (op grond van de Wet Pensioencommunicatie).
Productaanbod
Nagenoeg alle pensioenuitvoerders (verzekeraars en PPI’s) voegen doorbeleggen uiterlijk dit jaar toe aan hun bestaande product. De AFM heeft in de Leidraad Wet verbeterde premieregeling d.d. 22 december 2016 aangegeven dat de informatievoorschiften als doel hebben om vergelijking (tussen productaanbieders) mogelijk te maken en eenvoudiger te maken. De verschillen tussen de aanbieders zijn echter groot. Erg groot. Hierdoor zijn producten nauwelijks meer met elkaar te vergelijken, zowel niet in de opbouw- als de uitkeringsfase. Daarnaast stijgt het belang om in de opbouwfase (dus bij het aangaan van het contract bij de pensioenuitvoerder) een afgewogen keuze te maken voor de lange termijn. Het switchen van uitvoerder kan sterke invloed hebben op de beleggingen tijdens de opbouwfase en de afstemming van de opbouwfase op de uitkeringsfase. Deze zijn namelijk veelal aan elkaar gekoppeld (zie hiervoor). Dat betekent ook dat de zogenaamde shopmogelijkheid (de werknemers kunnen er op de pensioendatum voor kiezen om (een deel van) het pensioenkapitaal bij een andere pensioenuitvoerder te gebruiken voor de omzetting naar een uitkering) er zeer wordt beknot. Feitelijk is kiezen voor een aanbieder in de opbouwfase een keuze voor de uitkeringsfase en daarmee een langetermijnbesluit.
De verschillen kunnen zich onder meer voordoen in:
- het moment waarop en de mate waarin de risicovolle beleggingen worden afgebouwd
- de wijze waarop de opbouw- en uitkeringsfase op elkaar zijn afgestemd
- of schommelingen in het portefeuillerendement worden uitgesmeerd (niet, collectief of individueel)
- de beleggingsprofielen (afhankelijk van risicoprofiel)
- de mogelijke geleidelijke inkoop van een vaste uitkering
- de keuze voor verschillende type uitkeringen (vast dalend/stijgend, combinatie gegarandeerd/vast e.d.)
- de (digitale) begeleiding en de communicatie over de keuzen en de gevolgen ervan
- kosten van de uitvoering
- overgang van bestaande portefeuille (wijziging producten en fondsen) en communicatie naar bestaande deelnemers
De verschillen kunnen zelfs aanleiding zijn om opnieuw een marktscan te doen en te beoordelen in hoeverre de huidige uitvoerder past bij uw risicoprofiel en dat van de werknemers. Een algemene scan heeft Flexis Groep reeds voor u uitgevoerd. Bent u hierin geïnteresseerd neemt u dan contact met ons op: Edwin Schop, eschop@flexisgroep.nl.