2017-38 Als ik goed ben geïnformeerd (dat ben ik) souffleerde één van de grote advieskantoren Kamerlid Lodders om vragen te stellen over de gevolgen van EU-rechtspraak voor de premiestaffels zoals die in Nederland worden gehanteerd. Inmiddels heeft de staatssecretaris de vragen beantwoord. Lodders had ook mijn artikel E. Schop, Bommetje onder pensioenstaffel?, PensioenAdvies 2013/137 uit 2013 kunnen raadplegen, daar stonden de antwoorden namelijk al in. Maar ik ben natuurlijk geen staatssecretaris.
Nu de antwoorden van de staatssecretaris:
- De mogelijke gevolgen van de arresten zijn de afgelopen periode in goed overleg met sociale partners en pensioenuitvoerders onderzocht. De arresten hebben gevolgen voor de Wet gelijke behandeling bij leeftijd (Wgbl).
- De komende tijd zal worden onderzocht hoe de Wgbl aangepast kan worden, zodat deze in overeenstemming met de bovengenoemde Europese Richtlijn is (2000/78/EG).
- Vanzelfsprekend wordt de aanpassing van de Wgbl ook bezien in het licht van de voorstellen over de toekomst van het pensioenstelsel en het binnenkort te verwachten advies van de SER daarover.
- Naar de huidige inzichten hebben de arresten geen gevolgen voor het pensioenstelsel en voor werkgevers die met het Staffelbesluit werken. Voor het gebruik van leeftijdsgrenzen in actuariële berekeningen kan immers worden teruggevallen op de algemene uitzondering van artikel 7, eerste lid, onderdeel c, van de Wgbl, als een objectieve rechtvaardiging aanwezig is.
- De uitspraken vormen dan ook geen aanleiding om het Staffelbesluit in te trekken of aan te passen, omdat het in het Staffelbesluit gehanteerde leeftijdsonderscheid objectief kan worden gerechtvaardigd. Een belangrijk element van de objectieve rechtvaardiging is dat het verschil in premiepercentages voor beschikbare premieregelingen is gericht op een per ingelegde euro gelijk pensioenresultaat op pensioeningangsdatum.