2017-51 Het kabinet wil de waardeoverdracht van opgebouwde pensioen waarborgen. Het aantal kleine pensioenen in de administratie van pensioenuitvoerders is sterk toegenomen. Onder kleine pensioenen wordt in dit verband verstaan pensioenen die leiden tot een uitkering vanaf de pensioendatum van minder dan bruto € 467,89 per jaar: de huidige afkoopgrens.
Nu worden kleine pensioenen veelal afgekocht (de tegenwaarde wordt aan de deelnemer uitbetaald) door de pensioenuitvoerder. Uitgangspunt is dat de nieuwe regels per 1 januari 2018 van kracht worden.
Individueel
Wie vaak van baan wisselt bouwt zo geen pensioen op. In plaats van het recht op afkoop verkrijgt de pensioenuitvoerder een recht op waardeoverdracht, zonder tussenkomst van de ex-deelnemer, naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Er wordt nadrukkelijk gekozen voor een recht en geen plicht tot waardeoverdracht. Als de pensioenuitvoerder niet kiest voor waardeoverdracht kan op de pensioeningangsdatum nog wel tot afkoop worden overgegaan. Pensioenuitvoerders dienen een inkomende waardeoverdracht via dit systeem te accepteren. Daarnaast kunnen uitvoerders op vrijwillige basis ook reeds bestaande kleine (slapers)pensioenen overdragen.
Voor- en nadeel
Waarschijnlijk gaat de overdracht zal plaatsvinden op basis van de bestaande systematiek voor individuele overdrachten, zonder dat de dekkingsgraad van het fonds in aanmerking wordt genomen. Van opschorting in geval van onderdekking zal geen sprake zijn. Dat betekent dat fondsen door automatische waardeoverdracht, en met name bij de initiële actie waarbij bestaande slaperspolissen worden overgedragen, met dekkingsgraadeffecten te maken kunnen krijgen. Het betekent tegelijkertijd dat de pensioenen van deelnemers door de automatische waardeoverdracht in waarde kunnen toe- of afnemen.
Bijbetaling (ex)werkgever
Voor verzekerde regelingen waarin een pensioenaanspraak is toegekend is, zoals dat nu ook van toepassing is, mogelijk sprake van een eventuele bijbetalingsverplichting voor de werkgever vanwege automatische waardeoverdracht.
Hele kleine pensioenen
Uit onderzoek blijkt dat in de administraties van pensioenuitvoerders ook een groot aantal zeer kleine pensioenaanspraken voorkomen: aanspraken die leiden tot een uitkering van het ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum van minder dan bruto € 2 per jaar = € 0,17 per maand. Dit wetsvoorstel regelt dat deze hele kleine pensioenaanspraken komen te vervallen, omdat de kosten die daarmee gemoeid zijn in geen verhouding staan tot het materiële belang voor de deelnemer die het betreft.
Premieovereenkomsten?
Daarnaast wordt vooral de uitkeringsovereenkomst bij pensioenfondsen als maat genomen. Het wetsvoorstel gaat uit van één grensbedrag van € 2. Er is geen grensbedrag vastgesteld voor premie- en kapitaalovereenkomsten ten behoeve van uniformiteit binnen de sector. Het is aan e sector overgelaten om uniforme rekenregels te gebruiken bij de vertaling van deze grens voor premie- en kapitaalovereenkomsten.
Extra taak pensioenregister
Van de gewezen deelnemer wordt geen actieve bijdrage gevraagd bij de automatische waardeoverdracht van zijn of haar klein pensioen. Daarom moet de informatie-uitwisseling tussen de betrokken pensioenuitvoerders op een andere manier worden gerealiseerd. Hierbij krijgt het pensioenregister een belangrijke rol.
Het individuele bezwaarrecht vervalt indien door de pensioenuitvoerder via een collectieve handeling reeds opgebouwde pensioenaanspraken actuarieel worden herrekend naar een verhoogde fiscale pensioenrichtleeftijd, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Op deze wijze kunnen zonder nadelen voor de deelnemer aanzienlijke besparingen bij pensioenuitvoerders worden gerealiseerd en de voorlichting aan de deelnemer worden vereenvoudigd en verbeterd. Met andere woorden: een dergelijk ‘overdracht’ wordt dus niet (meer) gezien als een (interne) collectieve waardeoverdracht in de zin van art. 83 PW.