2017-41 Per 1 januari 2018 gaat de fiscale pensioenleeftijd verder omhoog van 67 naar 68. Uitgangspunt is dat op leeftijd 68 dezelfde pensioenuitkering kan worden gespaard als op leeftijd 67. Dat betekent dat per jaar minder pensioenpremie hoeft te worden ingelegd om dit te bereiken. Daarom wordt de premie die fiscaal maximaal kan worden gespaard verlaagd. Veel adviseurs vragen aandacht voor deze wijziging waarbij de boodschap is dat de pensioenregeling weer op de schop moet, en dat er vooral tijdig moet worden gestart. In sommige gevallen kan het simpeler. Pensioen 2018: aanpassing is niet altijd nodig, maar goede begeleiding wel.
Eindloon- en middenloonregelingen
Voor eindloonregeling (voor zover deze nog bestaan) en middelloonregelingen blijft het opbouwpercentage per jaar gelijk, maar wordt het op te bouwen pensioen één jaar later uitgekeerd. De waarde (premieinleg) van de jaarlijkse opbouw wordt daarmee lager. Dat is een versobering van de pensioenregeling en daarmee een aanpassing van de arbeidsvoorwaarden. De werkgever kan een degelijke wijziging niet zondermeer eenzijdig doorvoeren (ook niet nu het om een wettelijke wijziging gaat). De OR heeft in deze situatie formeel instemmingsrecht bij deze wijziging, het individu moet akkoord gaan:
- de pensioenrichtleeftijd wordt 68 jaar;
- in de regel is een passende compensatie op zijn plaats.
Beschikbare premieregeling
Vanaf 1 januari 2018 worden ook de premiestaffels verlaagd, ook hier is het uitgangspunt dat voor dezelfde pensioenuitkering op de pensioendatum kan worden gespaard over een langere duur (één jaar langer). In beginsel dienen dus ook de beschikbare premiestaffels hierop te worden aangepast, om fiscale bovenmatigheid te voorkomen. Fiscaal is het echter mogelijk de premiestaffel gebaseerd op 67 jaar op bovenmatigheid te toetsen aan de staffel gebaseerd op een lagere rekenrente met pensioenleeftijd 68 jaar. Zolang de huidige staffel (van 2,5%, 3% en 4% met pensioenrichtleeftijd 67) niet boven de staffels gebaseerd op respectievelijk 2% en 3% rekenrente met pensioenleeftijd 68 jaar uitkomen is er geen sprake van fiscale bovenmatigheid. Dan hoeven de premiestaffels niet te worden aangepast. Aan de premiestaffel wordt dan wel een extra jaar toegevoegd (leeftijd 67 tot 68). In dit opzicht wijzigt er dus niets voor de werknemers: de premieinleg blijft hetzelfde, er wordt alleen een extra jaar aan de staffel toegevoegd voor het geval een medewerker in dienst blijft na het bereiken van de 67 jarige leeftijd. De medewerkersbijdrage wordt daarom ook niet aangepast, een compensatie is niet aan de orde. De OR heeft in deze situatie formeel instemmingsrecht bij deze wijziging, het individu moet akkoord gaan:
- de pensioenrichtleeftijd wordt 68 jaar;
- er vindt een eventoetsing plaats. Als sprake is van een premiestaffel op basis van een rekenrente van 4% die fiscaal gaat worden getoetst aan de 3% staffel is hierop de zogenaamde eventtoets van toepassing. Deze toets is van toepassing bij fiscale toetsing aan een staffel op basis van een rekenrente van 3% of lager.
Wordt de premiestaffel wel aangepast dan is in de regel een passende compensatie op zijn plaats.
De aanpassing van de pensioenleeftijd heeft voor een premieregeling verder het gevolg dat het risiconabestaandenpensioen in de pensioenregeling iets hoger wordt. De formule waarop de hoogte van het te verzekeren nabestaandenpensioen is gebaseerd is in de regel: [aantal fictieve dienstjaren x 1,16% x de pensioengrondslag]. Het percentage van 1,16% wijzigt niet, bij het aantal dienstjaren wordt vanaf 1 januari 2018 rekening gehouden met 1 extra dienstjaar. De risicopremie zal hierdoor iets stijgen.
Overig
Overige gevolgen voor beide regelingen zijn:
- de risicopremie voor premievrijstelling in geval van arbeidsongeschiktheid wordt iets hoger (als er sprake is van arbeidsongeschiktheid dan dient de premie te worden doorbetaald tot 68 jaar in plaats van 67 jaar);
- de uitkeringsduur van de Anw-hiaatverzekering (na ingang verzekering) wordt met 1 jaar verlengd (van 67 jaar naar 68 jaar). De risicopremie zal hierdoor iets stijgen.