2017-58 In mijn eerdere blog vroeg ik al aandacht voor de ouder wordende werknemer, het opschuiven van de pensioenleeftijd en doorwerken. En dan met name de verantwoordelijkheid die werkgevers (en werknemers) niet nemen, ook hun vertegenwoordiging (de sociale partners) niet.
Dat concludeert nu ook het SCP in haar rapport van 24 oktober 2017 (SCP-rapport). Werkgevers gebruikten tussen 2003 en 2015 minder vaak taakverlichting, vrijstelling van overwerk of aangepaste werktijden. Demotie kwam wel vaker voor, maar op zeer beperkte schaal. Werkgevers geven doorgaans aan dat het thema duurzame inzetbaarheid extreem belangrijk is, maar mogelijk staat gebrek aan budget, kennis en hoge werkdruk in de weg. Maar het is een kwestie van prioriteiten stellen.
Werkgeversorganisaties in de metaal, bouw en installatiebranche waarschuwden eerder dit jaar dat het mensen in zware beroepen niet ging lukken om de extra jaren als gevolg van de verhoogde AOW-leeftijd tot 67 jaar vol te houden. In plaats van andere maatregelen te onderzoeken riepen ze in een reflex op tot de meest eenvoudige oplossing: de wederinvoering van een landelijke regeling en vroegpensioen voor zware beroepen. Maar staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) kaatste de bal terug: de sociale partners zijn zelf aan zet en moeten inzetbaarheid van oudere werknemers regelen in hun cao’s. Ook het kabinet-Rutte III benadrukt in het regeerakkoord dat het ‘de primaire verantwoordelijkheid is van werkgevers en werknemers’ dat werknemers inzetbaar blijven. Maken de sociale partners geen serieuze afspraken over scholing en mobiliteit, dan ‘zal het kabinet niet aarzelen om daaraan consequenties te verbinden.’ Ik zei al eerder: levenslang leren, leeftijdsbewust personeelsbeleid, employee development, employability, vitalisering – we hebben de mond er van vol – maar er gebeurt niet veel. Of volgens de prio-matrix van Eisenhower: het is wel belangrijk (voor de lange termijn is nu actie vereist), maar niet urgent (doen we nu niets dan merken we er nu ook niets van). En daarom doen we er niets mee. Blijven de sociale partners te lang terughoudend dan voorzie ik uiteindelijk de invoering van de WLO, de Wet Levenslang Ontwikkelen.