2017-03 Pensioen is altijd in beweging. Er lijkt geen eind aan te komen. Ook in 2017 staan er voor werkgevers en werknemers weer belangrijke onderwerpen op de agenda.
Verhoging fiscale leeftijd naar 68 jaar
Per 1 januari 2018 wordt de pensioen-richtleeftijd verhoogd naar 68 jaar. Dit heeft de overheid eind oktober bekend gemaakt. Ook de AOW-leeftijd stijgt verder, naar 67 jaar en 3 maanden in 2022. De leeftijden gaan omhoog omdat Nederlanders steeds langer leven. De maximum opbouwpercentages voor middelloon- en eindloonregelingen worden in 2018 niet verlaagd. Maar de waarde van het pensioen wordt wel verlaagd. Er wordt tenslotte hetzelfde opgebouwd, maar dat gaat pas een jaar later in. Hierdoor worden de fiscaal maximale beschikbare premie-staffels wel iets lager. Werkgever en werknemers (en de OR) zullen via overleg komen tot een aangepaste pensioenregeling en eventueel compenserende maatregelen.
Pensioenontslag: AOW- of pensioenleeftijd?
De pensioenleeftijd in de pensioenregeling van de werkgever en de AOW-leeftijd stijgen in een verschillend tempo. Niet alleen in 2017, ook in de toekomst. Hierdoor is het voor u en uw werknemers belangrijk om goed af te spreken (in de arbeidsovereenkomst of via het pensioenreglement) op welk moment de werknemer met pensioenontslag gaat. Rechtspraak maakt duidelijk dat hierover een vervelend verschil van inzicht kan zijn tussen de werkgever (die wil dat de werknemer stopt) en de werknemer (die het dienstverband wilt voortzetten). Laat u goed adviseren om deze problemen voor te zijn, voor bestaande en nieuwe arbeids-overeenkomsten.
Doorbeleggen in premieregeling
Tot 1 september 2016 was het verplicht om met het opgebouwde pensioenkapitaal op de pensioendatum een vast pensioen te kopen. Door nieuwe wetgeving wordt het ook mogelijk om een (gedeeltelijk) variabel pensioen te kopen. Dit noemen we doorbeleggen. Op uw pensioendatum komt het opgebouwde pensioenkapitaal vrij. Dit kapitaal moet worden omgezet in een levenslange pensioenuitkering. Tot 1 september 2016 was het verplicht om op de pensioendatum een gelijkblijvend pensioen te kopen. Door nieuwe wetgeving is het ook mogelijk om een (gedeeltelijk) variabel pensioen te kopen. De hoogte van het pensioen hoeft nu niet meer af te hangen van de rente op de pensioendatum. En dat is goed nieuws, want de rente is historisch laag wat leidt tot veel lagere pensioenen dan verwacht. Er is nu ook de keuze voor een variabele pensioenuitkering (dus voor doorbeleggen). Dan wordt het ook mogelijk om tot uw pensioendatum langer risicovoller door te beleggen. Er is hierdoor kans op een hoger pensioen, maar ook op een lager pensioen. Nagenoeg alle pensioenuitvoerders gaan dit aanbod tot doorbeleggen toevoegen aan hun product. De werknemers zullen zorgvuldig moeten worden voorgelicht over deze nieuwe keuzen.
Instemmingsrecht OR uitgebreid
Werkgevers die een pensioenregeling willen vaststellen, wijzigen of intrekken, hebben daarvoor instemming nodig van de ondernemingsraad. Dat is bepaald in de Wet op de ondernemingsraden. Per 1 oktober 2016 is deze wet aangepast. Tot 1 oktober gold bij wijziging van een regeling die door een pensioenfonds wordt uitgevoerd geen instemmingsrecht, maar bij wijziging van een regeling die door een verzekeraar of PPI wordt uitgevoerd, wél. Met de aanpassing komt dit verschil te vervallen. Overigens is instemming van de OR niet vereist als de pensioenregeling wordt bepaald door cao-partijen, zoals bij verplichte bedrijfstakpensioenfondsen en bij veel ondernemingspensioenfondsen. Om het arbeidsvoorwaardelijk aspect centraal te stellen, is de formulering ‘een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering’ gewijzigd in: ‘regelingen op grond van een pensioenovereenkomst’. Onder deze regelingen worden ook bepalingen in uitvoeringsovereenkomst of reglement verstaan die van invloed zijn op de arbeidsvoorwaarde pensioen, oftewel de pensioenovereenkomst. Ook is aan de instemmingsplichtige besluiten toegevoegd de keuze van een ondernemer om de pensioenregeling bij een bepaalde (binnen- of buitenlandse) pensioenuitvoerder onder te brengen. De OR heeft nu dus ook instemmingsrecht over de uitvoeringsovereenkomst en de keuze van de uitvoerder.
Communicatie door zorgplicht
De Wet Pensioencommunicatie kent een zorgplicht van de werkgever om overzichtelijk en duidelijk te communiceren over de pensioenregeling. Werkgevers die het niet zo nauw nemen met pensioencommunicatie lopen het risico op grond hun zorgplicht te worden aangesproken. Het doel van pensioencommunicatie is dat de pensioendeelnemer weet hoeveel pensioen hij kan verwachten, kan nagaan of dat voldoende is en zich bewust is van de risico’s van de pensioenvoorziening. Daarnaast moet pensioencommunicatie de deelnemer laten zien welke keuzemogelijkheden hij heeft, in ieder geval de (gevolgen van) keuze voor: eerder stoppen met werken, langer doorwerken, deeltijdpensioen, hoog/laagconstructie, uitruil en waardeoverdracht bij verandering van baan. Werkgevers hebben sinds 2015 een grotere verantwoordelijkheid in de pensioencommunicatie aan hun werknemers. Dit betekent dat werkgevers nieuwe werknemers tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek moeten informeren over de hoofdkenmerken van de pensioenregeling. De werkgever doet de werknemer dan een pensioenaanbod. Omdat de werkgever vaak als eerste op de hoogte is van belangrijke veranderingen in het leven van de medewerkers (de life-events) krijgt hij een signaalfunctie en moet hij de werknemer actief informeren over de gevolgen van deze gebeurtenis op zijn pensioen. Doel van deze maatregelen is onder andere het stimuleren van het pensioenbewustzijn van de werknemers. Er is een checklist ontwikkeld die werkgevers kunnen helpen bij het verstrekken van pensioeninformatie aan hun medewerkers. Het idee is dat werkgevers de checklist bespreken tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek.
Aflopen overeenkomst pensioenuitvoerder
Als het pensioencontract met de pensioenuitvoerder (verzekeraar, PPI, pensioenfonds) dit jaar eindigt kunt u geconfronteerd worden met een forse stijging van de pensioenkosten omdat nieuwe contracten worden gebaseerd op zwaardere grondslagen: een lagere rekenrente en een hogere levensverwachting. Is er sprake van een DB pensioenregeling (eind- of middelloon) bij een verzekeraar? Dan stijgt de prijs van pensioen enorm, stijgingen van 160% zijn geen uitzondering. Een contractverlenging gaat vaak gepaard met een heroverweging waarbij veelal inzicht gewenst is in vragen als: is de pensioenregeling nog wel passend, wat zijn de (on)mogelijkheden tot aanpassing, wat zijn de gevolgen voor het opgebouwde pensioen? Wat volgt is het selecteren van de best passende pensioenuitvoerder, aan de hand van een uitgebreide RFP op. Daarbij zal in veel gevallen een mogelijke overstap naar een Algemeen Pensioenfonds niet ontbreken.
DGA in dienst? Keuzes te maken
Waarschijnlijk wordt voor de directeur/grootaandeelhouder (DGA) nog dit jaar het opbouwen van pensioen in eigen beheer afgeschaft. De DGA kan in 2017 dan de keuze maken tussen tegen korting de pensioenvoorziening afkopen, de voorziening omzetten in een oudedagsvoorziening of de voorziening in stand laten. Maar ook in stand laten vereist een aantal aanpassingen. Er zijn meerdere mogelijkheden om met de bestaande pensioenvoorziening om te gaan en diverse opties om toekomstige pensioenopbouw te waarborgen. De mogelijkheden en de te maken keuzes luisteren nauw en zijn sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval.