2017-44 Op 28 juni 2017 deed de rechtbank Limburg een interessante uitspraak: de ex-werknemer na uitdiensttreding vorderde aanmelding in de pensioenregeling, met terugwerkende kracht. De werkgever stelt dat de werknemer een afstandsverklaring heeft getekend en daarom niet in de pensioenregeling is opgenomen. Zowel de werknemer als de partner tekende de verklaring. De ex-werknemer stelde dat de werkgever haar onder druk had gezet om de afstandsverklaring te ondertekenen. De werkgever informeerde haar niet over de gevolgen van de afstand. En er was, aldus de ex-werknemer, sprake van verboden onderscheid op grond van het tijdelijke karakter van de arbeidsovereenkomst doordat de werkgever werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wel toelaat tot de pensioenregeling.
Kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat de ex-werknemer met het ondertekenen van de afstandsverklaring er voor heeft gekozen om geen pensioenovereenkomst te sluiten. Het is niet vast te komen te staan dat zij de verklaring onder druk heeft getekend. Het enkele feit dat de werkgever herhaaldelijk verzocht om de ondertekende afstandsverklaring in te leveren, is daarvoor niet voldoende. Voor zover de ex-werknemer het stuk niet heeft gelezen (wat zij stelde) is dat een omstandigheid die voor haar eigen risico dient te komen. De stelling dat het ondertekenen van de afstandsverklaring een voorwaarde was voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst (een zogenaamde essentieel beding) onderbouwde de ex-werknemer verder niet. De kantonrechter passeerde deze stelling daarom als niet vaststaand. De kantonrechter concludeert dat er geen grond is voor vernietiging van de afstandsverklaring en wijst de vordering af.
Commentaar
De werkgever doet niet eenzijdig een pensioentoezegging, maar doet het aanbod tot het sluiten van een pensioenovereenkomst. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Bij het al dan niet aanbieden van een pensioenovereenkomst mag de werkgever geen onderscheid maken tussen werknemers met een vast dienstverband en tijdelijke krachten. Maar dat deed de werkgever hier ook niet. Hij bood de ex-werknemer de keuze, wel of niet deelnemen. De keuze voor niet deelnemen volgt automatisch uit het niet aanvaarden door de werknemer van het aanbod tot het sluiten van de pensioenovereenkomst en niet omdat sprake was van een tijdelijk dienstverband. De werkgever legde het niet aanvaarden van het aanbod tot het sluiten van een pensioenovereenkomst vast in de afstandsverklaring.
Eerder hebben wij gepubliceerd over het gebruik van een afstandsverklaring: Bommetje onder afstandsverklaring? Ook deze zaak bewijst dat het van groot belang is zorgvuldig te handelen indien een werknemer niet in de pensioenregeling opgenomen wil worden. De werkgever moet hem goed informeren over de gevolgen zodat hij er zich van bewust is wat hij doet. De afstandsverklaring moet zodanig zijn geformuleerd dat daarover naderhand geen discussie kan ontstaan. En ook de partner moet zich ervan bewust zijn dat er ook geen recht op partnerpensioen is na diens onverhoopte overlijden als de werknemer niet deelneemt in de pensioenregeling.