2017-22 De zorgplicht van een goed werkgever in het kader van de aangeboden pensioenregeling voert niet zo ver dat zij werknemers actief voor de individuele (in dit geval zeer schrijnende) gevolgen van keuzes meer informatie dient aan te bieden dan dat de werkgever in dit geval heeft gedaan. Ook niet nu zij in dit geval op de hoogte was van de thuissituatie. Bovendien werd tijdens de hiervoor genoemde pensioenbijeenkomst de mogelijkheid geboden de individuele omstandigheden met de daar aanwezige pensioenadviseur te bespreken en de keuze daarop aan te passen. Dat was het oordeel van Rechtbank Amsterdam op 31 maart 2017 (ECLI:NL:RBAMS:2017:2068).
De werknemer woonde samen met een partner en kinderen, had de keuze binnen de pensioenregeling op een nabestaandenpensioen te verzekeren (levenslang en een tijdelijke Anw-overbruggingspensioen) en heeft duidelijk aangegeven dat van deze mogelijkheid geen gebruik te maken. De werknemer komt kort daarna te overlijden en de partner stelt de werknemer het betreffende keuze-/aanmeldingsformulier heeft ondertekend zonder dat hij haar heeft ingelicht over de gevolgen van deze keuze. Dit alles maakt het volgens de rechter niet anders.
Uit deze uitspraak kunnen twee conclusies worden getrokken over het oordeel van de rechter:
- in lijn met overige rechtspraak is de partner geen partij bij de pensioenovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer.
- in dit geval heeft de werkgever heel duidelijk gecommuniceerd over de keuzemogelijkheden. Via een startbrief, een brief en formulier voor indiensttreding en een bijeenkomst voor (nieuwe) werknemers over de inhoud en mogelijkheden binnen de pensioenregeling. Niet, minder of onjuist voorlichten kan voor een werkgever in dit soort gevallen voor problemen zorgen.