2017-20 Eerder heb ik uiteengezet dat de partijprogramma’s niet erg concreet waren over het toekomstig pensioenstelsel. Daarnaast tekent zich wel een formatie af, maar kan pas wat worden gezegd over de richting als definitief is wat de politieke samenstelling van het kabinet is. Er lijkt een meerderheid te zijn voor een nieuw pensioenstelsel met een meer individuele opzet, maar wat individueel is is niet duidelijk. We zien geen meerderheid om de AOW-leeftijd te verlagen of deze (wat betreft de ingangsdatum) flexibeler te maken. En voor het afschaffen van de doorsneesystematiek is mogelijk onvoldoende draagvlak. Hoewel ook dan het koffiedik kijken blijft. Vanuit verschillende belangengroepen is de noodzaak aangegeven tot fundamentele herzieningen van het pensioenstelsel, en wel op korte termijn. De vraag is wat hiervan gaat komen en in welk tempo. Krijgen we een pensioensysteem met de volgende kenmerken:
- Beschikbare premieregeling (met een vlakke leeftijdsonafhankelijk ‘doorsnee’premie) met de collectieve voordelen van collectief beleggen maar zonder risicodeling van beleggingsrendementen?
- Collectieve risicodeling van risico’s van arbeidsongeschikt en overlijden?
- Mogelijkheid om tussentijds of op pensioendatum periodiek of een bedrag ineens uit de pensioenpot te halen?
- Mogelijkheid tot premievakantie(s)?
- Vrije keuze van de uitvoerder, als individu of als collectief?
- Een fiscale aftopping van het pensioengevend salaris tot het maximum dagloon van de sociale verzekeringen?
- Een maximale fiscale ruimte voor premies over de gehele carrière van een belastingplichtige?
- Een fiscaal kader onafhankelijk van de status van de belastingplichtige (DGA, werknemer, ZZP, ondernemer, particulier)?
Partijprogramma’s gekozen kamermeerderheid
- Individueel pensioen. Er is bij VVD, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP steun voor de overstap naar een individueel pensioenpotje. CDA spreekt zich wat minder concreet uit, en heeft het over een persoonlijk pensioen. Het (wetenschappelijke bureau van de) CDA heeft in het verleden wel een visie in deze richting ontvouwd met een concrete opzet voor het nieuwe systeem inclusief overgangsmaatregelen. Wat precies individueel is wordt door iedere partij weer anders en niet concreet ingevuld. Daarentegen is en (is de verwachting) blijft het werknemerspensioen het domein van sociale partners. In ieder geval de uitvoering maar waarschijnlijk ook het bepalen van de inhoud. En sociale partners hebben zich nog niet als voorstander uitgesproken voor een dergelijk meer individueel pensioen. Toch zullen zijn zich bewust zijn van de druk van de wetgever als de pensioenherziengingen niet kordaat worden opgepakt.
- Doorsneesystematiek blijft wellicht. Er is in de Tweede Kamer ook geen meerderheid voor het afschaffen van de doorsneesystematiek. D66, VVD, ChristenUnie en SGP zijn voorstander van afschaffing van de doorsneesystematiek, maar onder meer CDA en PvdA zijn in hun programma’s geen voorstander.
- Geen meerderheid voor bedrag ineens bij pensionering. Het idee dat je aan het begin van je pensionering een groter bedrag in één keer kunt ontvangen, haalt het vermoedelijk toch niet. Daar lijkt geen meerderheid voor te vinden. Dat bedrag zou je vrij kunnen besteden. Daarna krijg je van het restant levenslang een lagere uitkering. Wat het vrijwel zeker niet gaat halen is het idee van onder andere D66 om een premievakantie toe te staan. Dus om bijvoorbeeld 5 jaar geen premie te betalen tijdens de opbouw van je pensioen.
- Geen meerderheid veranderingen AOW. Iets versoepelen aan de AOW is heel moeilijk, dat kost namelijk geld. PVV, 50-Plus, Denk, Partij voor de Dieren en de SP willen dat de AOW-leeftijd weer omlaag gaat naar 65 jaar. Maar zij haalden samen niet genoeg zetels om een meerderheid te vormen. Er is ook onvoldoende steun voor het verhogen van de AOW-uitkering. Zelfs voor een flexibele AOW-leeftijd met de mogelijkheid om de AOW eerder in te laten gaan, is geen meerderheid.
- Via belasting wel verbetering koopkracht ouderen. Bijna de gehele Tweede Kamer heeft er wel oog voor dat veel gepensioneerden de afgelopen jaren geen inflatiecorrectie van hun pensioen gehad hebben. 50-Plus diende een initiatiefwetsvoorstel in om tijdelijk een bodem van 2% in de rekenrente te leggen. Voor deze oplossing was tot nu toe geen steun. Maar er is wel brede steun voor het tegemoet komen van ouderen met een laag inkomen via de belastingen. Daar is wel draagvlak voor, omdat een belastingverlaging ook meer algemeen ingezet kan worden. Dan is er mogelijk niet alleen voor gepensioneerden een voordeel.
Het is moeilijk in te schatten welke kant het opgaat. We wachten met spanning de formatie en het regeerakkoord af.